Parkeersensoreninbouwen.nl: Aansluitschema's electra parkeersensoren / parkeersets

Doorgaans de eenvoudigste manier om een parkeerset aan te sluiten, is om deze rechtstreeks bij het achteruitrijlicht te koppelen aan de bedrading van het achteruitrijlicht zelf.
Constateer / meet van tevoren of de + stroomdraad van het achteruitrijlicht met draaiende motor tussen 10,5 volt en 13,2 volt spanning levert. Onder de 10,5 volt zal de set niet werken, boven de 13,2 volt zal de display een foutmeldingscode tonen en zal de set (of onderdelen daarvan) mogelijk op termijn kapot gaan.

Hoe sluit ik de parkeerset aan?

1a. Standaard:

Stroomdraad van/naar de control-unit koppelen aan de + en - stroomdraad van het achteruitrijlicht, die normaliter tussen 10,5 en 12,5 volt spanning levert wanneer de motor uit is, en maximaal 13,2 volt wanneer de motor aan is.

1b. Standaard:

Stroomdraad van/naar de control-unit koppelen aan de + stroomdraad van het achteruitrijlicht, die normaliter tussen 10,5 en 12,5 volt spanning levert wanneer de motor uit is, en maximaal 13,2 volt wanneer de motor aan is, en de - stroomdraad op 'aarde' (chassis).

2a. Bij canbus en/of spanning hoger dan 13,4 volt:

Wanneer uw auto met draaiende motor meer dan 13,2 volt levert (standaard, of vanwege het canbus-systeem), leg dan de bedrading naar de control-unit aan zoals in voorbeeld 1, maar met een omvormer / dc-dc-converter tussen de + en - stroomdraad. De omvormer zal van elk voltage hoger dan 12 volt (tot maximaal 24 volt) direct 12 volt maken en doorgeven naar de control-unit.

2b. Bij canbus en/of spanning hoger dan 13,4 volt:

Wanneer uw auto met draaiende motor meer dan 13,2 volt levert (standaard, of vanwege het canbus-systeem), leg dan de bedrading naar de control-unit aan zoals in voorbeeld 1, maar met een relais tussen de + stroomdraad, die op zijn beurt ook 'aarde' maakt op het chassis van de auto, en die de spanning van een andere plek haalt, bijvoorbeeld van een 'sigarettenaansteker-punt' of van de accu; stel in dat geval ook vooraf vast of dit punt met draaiende motor ook niet meer dan 13,2 volt spanning levert, anders is het alsnog zinloos om een relais toe te passen!

Let op: een canbus-systeem is bijvoorbeeld te herkennen aan het feit dat er met draaiende motor meer dan 13,2 volt spanning op de bedrading staat, of aan het feit dat er 'in rust' ook nog wat spanning (bijv. 0,4 tot 4,5 volt) op de bedrading staat, of aan het feit dat er drie i.p.v. twee stroomdraden naar het parkeerlicht gaan. Uitleg over de werking van canbus vindt u hier. In negen van de tien gevallen is een canbus-systeem goed te herkennen, maar er zijn ook canbus-systemen bekend die niet altijd 'aan' staan, maar die 'steekproefgewijs' werken; hierdoor kan het voorkomen dat tijdens het meten (door u, of door PI-nl) geen canbus wordt vastgesteld, maar dat later blijkt dat het er toch op zit. In dat geval dient dus alsnog met spoed een omvormer of relais-set toegevoegd te worden.

3. Voorbeeld standaard inbouw in voorbumper, met aansluiting op de accu (of 12 volt punt) :

(klik om te vergroten)

BELANGRIJK: Een accu of '12 volt'-punt levert met draaiende motor vaak wel tot ruim 14,5 volt! Plaats daarom een (mini-)omvormer wanneer de spanning boven de 13,2 volt komt, om foutmeldingen, storing, of schade te voorkomen. Het maakt niet uit of deze 'buiten' of 'binnen' geplaatst zit, zolang deze maar vóór de aan-/uit-switch geplaatst wordt. Montage binnen heeft als voordeel dat de (mini-)omvormer en de aansluitingen niet waterdicht ingepakt hoeven te worden. Er kan ook voor gekozen worden om de '12 volt' van binnen ergens vandaan te halen, bijv. via een zekeringenkast of een sigarettenaanstekerpunt.
Breng in de auto een 'aan-/uit-switch' aan, zodat het systeem in principe altijd uit staat, en u het alleen aan zet wanneer u het daadwerkelijk gebruikt. Eventueel kunt u 'accu' en '12-volt-punt' ook vervangen door een 'geschakelde draad' (die maximaal 13,2 volt levert), zodat u geen aan-/uit-switch nodig heeft, maar dan is wel het systeem altijd actief, wanneer de auto aan staat, wat in de praktijk soms hinderlijk kan zijn. Zorg dat de control-unit en stekkers waterdicht zijn ingepakt, om met name condens op de stekkertjes te voorkomen.

Let op: op door PI-nl ingebouwde parkeersets heeft u levenslange garantie. Op zelf ingebouwde parkeersets vervalt de garantie, indien de set kapot is gegaan doordat niet getest en/of geanticipeerd is op de aanwezigheid van een canbus-systeem en/of te hoge stroomspanning.